Als je deelneemt aan het verkeer is het belangrijk dat je de regels kent. Op deze pagina kan je de belangrijkste verkeersregels voor ruiters en menners vinden. Zit je op je paard of loop je ernaast, dan ben je volgens de wet namelijk een bestuurder. Ken jij de belangrijkste verkeersregels?
Wat is je plaats op de weg met een paard?
Als er een ruiterpad is, dan moet je dat gebruiken. Is er geen ruiterpad, dan houd je zoveel mogelijk rechts op de rijbaan, als het kan in de berm. Op voetpaden, stoepen, fietspaden en fietsstroken mag je niet komen, ook niet als je naast je paard loopt. Dit alles geldt ook voor menners. Tot slot: rijd je op de rijbaan, dan mag je niet naast elkaar rijden.
Voorrang verlenen aan anderen
Als ruiter of menner ben je in het verkeer een bestuurder. Voor jou gelden dan dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg.
Afslaan en voorrang verlenen
Wil je afslaan, houd dan rekening met het volgende:
- Kijk op tijd over je schouder of er verkeer achter of naast je rijdt;
- Geef richting aan door je arm op schouderhoogte uit te steken;
- Sorteer voor als dat kan;
- Kijk, voordat je daadwerkelijk afslaat, nog een keer over je schouder;
- Als je in een groep rijdt, probeer dan om eerst naast elkaar (in linie) op te stellen en steek tegelijk over. De hele groep is dan eerder aan de overkant waardoor de paarden niet onrustig worden.
Lees hieronder ook de buitencode!
